De verzamelbundel wil de lezers laten proeven van een waaier van intrigerende verhalen: van de beginjaren van het naturalisme, via het modernisme en neoromantiek tot de uitmuntende verhalen van na de eeuwwisseling. Deze noodzakelijke bloemlezing reikt dus een boeiende literatuurgeschiedenis-in-praktijk aan die de korte verhalen van zowel Nederlandse als Vlaamse auteurs in al hun pracht laat schitteren.
Zwagerman wil met deze anthologie definitief een einde maken aan de misprijzende houding tegenover het korte verhaal: ‘Willem Frederik Hermans, F. Bordewijk en J.M.A. Biesheuvel kunnen zich op de korte baan meten met de grootsten uit de wereldliteratuur. En dan noem ik maar drie van de Hollandse meesters in het genre. Deze bloemlezing ontsluit, hoop ik, de kracht en pracht van een te vaak veronachtzaamd genre.’