personages volledig samenvallen met de tijd waarin we leven? Of als zijn boek ons zozeer tegen de borst stuit dat hij ons dwingt voor eens en altijd onder woorden te brengen wat we goed vinden en wat fout, wat gewenst is en wat onacceptabel?
In De negentien boeken die ons boos maakten zijn medewerkers van De Groene Amsterdammer op zoek gegaan naar de boeken die tegen onze haren instreken en de woede die ze veroorzaakten. De literaire goegemeente viel en masse over Renate Rubinstein toen ze haar buitenliefde Carmiggelt opeiste in haar Mijn beter ik. De feministische garde kon het bloed van Brett Easton Ellis wel drinken toen hij van zijn American psycho een vrouwenhatende, consumentistische Wall Street yup maakte. Allan Bloom zat zo hoog in zijn ivoren toren toen hij in The Closing of the American Dream een vonnis velde over de intellectuele staat van de VS, dat half Amerika die toren het liefst direct (en met hem erin) wilde omduwen. Welk heet hangijzer raakten Charles Murray en Richard J. Herrnstein toen ze in hun The Bell Curve uitspraken deden over intelligentie, klasse en etniciteita En wie maakte Michel Houellebecq niet boos met zijn hedonistische, xenofobe Platform?
Van Philomena Essed tot Wouter Buikhuisen, van Vladimir Nabokov tot Jean Baudrail — aan de hand van negentien titels kijken de medewerkers van De Groene Amsterdammer naar de reden waarom deze boeken ons boos maakten, en wat er nu nog van die woede over is.