De familie Staartjes is geen gewone familie.
Ze kunnen beter ruiken dan de gemiddelde mens, eten veel vlees en krabben zich wat vaker. De negenjarige Arthur kan zijn oren bewegen en heeft een grote neus. Met die neus kan hij speuren als een hond, en dat komt soms heel goed van pas. Om een dief op te sporen, bijvoorbeeld.
De Staartjes zijn kluivers, de achter-achterkleinkinderen van een mensenras met hondentrekken. Daar zijn ze best trots op, maar niemand mag het weten. Ze willen toch zeker niet onderzocht worden in een labo, of erger nog, opgesloten worden?