C. verzet zich tegen de dagelijkse verplichtingen die het leven van de anderen kenmerken. Hij leeft van een erfenis en verlummelt zijn dagen in de kroegen, trams en straten van Istanbul, op zoek naar het enige dat volgens hem het leven zin kan geven: de ware liefde, die ene onvindbare vrouw. Niets anders geeft hem voldoening, noch de kortstondige romantiek, noch de kunst. Relaties met de mensen om hem heen, die hij grotendeels verafschuwt, doen dat al helemaal niet. De lanterfanter wordt bezongen als een van de eerste Turkse romans waarin de hoofdpersoon zich verzet tegen de moderne maatschappij.