Voorjaar 1947. In Nederland en Batavia worden in het diepste geheim plannen ontwikkeld om Nederlands-Indië te behouden, terwijl de roep om militair ingrijpen steeds groter wordt.
Vanuit Batavia arriveert in Amsterdam de Nederlandse communist Henry Weber met een fortuin aan gestolen juwelen. Zijn missie: de plannen van het kabinet achterhalen en doorspelen aan Indonesische vrijheidsstrijders. Samen met de Indische danseres Asmara weet hij in een beruchte nachtclub een vertrouweling van prins Bernhard te chanteren.
In Scheveningen krijgt Arnie Springer na een optreden bezoek van een oude bekende, die hem een mysterieuze opname laat horen. Al snel raakt Springer verstrikt in een schimmenspel van politieke en militaire belangen, en is zijn half-Indische afkomst een gevaar voor zijn eigen leven.