Redelijkerwijs kun je verwachten dat het leven duidelijker wordt naarmate je er meer ervaring mee hebt. Maar zo voelt het niet voor toppsychiater Michael Dieudonné, die op zijn zevenenveertigste minder van het leven begrijpt dan hij ooit heeft gedaan. Al helemaal in tijden waarin de maakbaarheid van het geluk luidkeels wordt verkondigd en ongeluk dus wel het gevolg van persoonlijk falen moet zijn. Het gewone gelukkige leven van gewone gelukkige mensen, bestaat dat wel? Niet in dit boek, dat gaat over de echte mens achter de façade, in al zijn schandalige, sublieme naaktheid. Deze roman is als het zwijn dat de zwarte truffel zoekt, aards, op het stinkende af, gistend tussen de grillige boomwortels van het duistere sociale bos, maar o zo kostbaar, omdat ze de essentie bevat. De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk gaat over gezinnen en de individuen die ze vormen, al dan niet met tanend engagement. Over menselijke queesten om het leven betekenis te geven, over het slagen en mislukken daarvan, en over alle pijn en geluk onderweg. Katrien Van Effelterre (°1979) promoveerde na haar studie Germaanse taal- en letterkunde met een doctoraatsonderzoek naar terugkerende doden in de volkse vertelcultuur. Door haar creativiteit, rijke fantasie en passie voor schrijven, verruilde ze later academische publicaties voor fictie. Eerder schreef zij al vijf thrillers. De Ondraaglijke Zwaarte van het Geluk is haar eerste psychologische roman. www.katrienvaneffelterre.com