In het ingedutte stadje Jeannette aan de Golf van Mexico is de garnalenvisserij de voornaamste bron van inkomsten, maar daar maakt de BP-olieramp op vernietigende wijze een eind aan. Veel inwoners raken werkloos en verzinnen uit pure noodzaak riskante plannetjes om te kunnen overleven in de bayou. Een van hen is Gus Lindquist, een eenarmige, aan pijnstillers verslaafde garnalenvisser die op de moerasachtige barrière-eilanden speurt naar het goud van de beruchte piraat Jean Lafitte.
Zijn zoektocht leidt tot ontmoetingen met een aantal gedenkwaardige figuren, onder wie een stel praatzieke, blowende kleine criminelen, de aalgladde tussenpersoon van de oliemaatschappij die zijn eigen moeder nog zou oplichten, een gewelddadige tweeling met een lucratieve wietkwekerij en een jonge visser die van zijn vader vervreemd is geraakt na de dood van zijn moeder tijdens orkaan Katrina. Gaandeweg belanden ze allemaal letterlijk en figuurlijk in elkaars vaarwater, en dat van de alligators, met alle gevolgen van dien.