Onder het naziregime bepaalde afkomst het verschil tussen leven en dood. Daarom begonnen Portugese Joden in Nederland een grootschalige operatie om te bewijzen dat zij niet tot het Joodse, maar tot het mediterrane ‘ras’ behoorden. Ze stelden dat hun voorouders zich eeuwen terug, op het Iberisch Schiereiland, met christenen hadden vermengd. Met hun verfijnde uiterlijke kenmerken, hoogstaande culturele ontwikkeling en ‘waardige en statige’ gedrag vonden ze zichzelf bovendien superieur aan de uit Oost-Europa afkomstige Asjkenazische Joden. De rassenwetten van de nazi’s zouden hen niet moeten treffen. Jaap Cohen onderzocht deze ‘Aktie Portugesia’ aan de hand van de Portugees-Joodse schrijver, stenograaf en psycholoog Eli d’Oliveira, die met zijn uitgebreide stamboom vrijstelling van deportatie naar de concentratiekampen probeerde te verkrijgen. Waren zijn voorouders écht zo beschaafd als hij tijdens de oorlog beweerde? Hadden zij zich inderdaad altijd afzijdig gehouden van Asjkenazische Joden? De onontkoombare afkomst van Eli d’Oliveira is een aangrijpende familiegeschiedenis, die nieuw licht werpt op ruim drie eeuwen Portugees-Joods leven in Nederland.