Robinson Crusoe en ecoseksualiteit-goeroe Annie Sprinkle komen voorbij, de bejaarde mierenwerkster opereert als zelfmoordterrorist, de uil vliegt rond, zwammen weten de weg in een labyrint en de merel zingt. Alles is in alles. En bij dat alles vond Jongstra, liefhebber en kenner van het antiquarische boek, bijzonder veel passende, curieuze illustraties - uit minstens zes eeuwen.
'In elk van zijn boeken treft het de lezer telkens weer hoe Atte Jongstra citaten, verwijzingen en fictie weet samen te brengen in een kunstig, vermakelijk en vaak tegendraads werk van de verbeelding.'
Jury Constantijn Huygensprijs 2016
Atte Jongstra (Terwispel, 1956) is schrijver, dichter en essayist,
en daarnaast recensent voor NRC Handelsblad. Hem werd in 2016 de Constantijn Huygens-prijs toegekend. Jongstra debuteerde met De Multatulianen (1985). In 1990 ontving hij de Geertjan Lubberhuizenprijs voor De psychologie van de zwavel, in 1996 de Jan Greshoffprijs voor Familieportret en in 2009 de Max Pam Award voor zijn boek Klinkende ikken, verschenen in de reeks Privé-domein.
Zijn roman De avonturen van Henri ii Fix (2007) schreef Atte Jongstra naar aanleiding van de aanschaf op een veiling van een drietal kisten vol manuscripten en andere documenten van een excentrieke, 18e-eeuwse rariteitenverzamelaar uit Zwolle.
Atte Jongstra is incidenteel actief als beeldend kunstenaar en in 2013 stelde hij als gastcurator de tentoonstelling De paden naar het paradijs samen, in Rijksmuseum Twenthe te Enschede. Verder is Jongstra werkzaam binnen het 'Collège de Pataphysique', de wetenschap die zich onledig houdt met de oplossing van denkbeeldige problemen - onderwerpen als de zijwindgevoeligheid van de optelsom of de oppervlakte van God.