Om die explosieve groei te verklaren begint Jelle Reumer met te beschrijven hoe andere plant- en diersoorten zich gedragen wanneer ze in een nieuwe omgeving terechtkomen. De mens gedraagt zich eigenlijk nauwelijks anders dan een plantje langs de A27.
In De ontplofte aap wordt verteld hoe planten en dieren met hun enorme aantallen hun omgeving het leven zuur maken. Wanneer de mens zijn leefomgeving verstoort schept hij daarmee de voorwaarden voor zijn eigen succes maar ook voor zijn ondergang. Hongersnoden, epidemieën en genocide zijn daarna de middelen waarvan de natuur zich bedient om onze aantallen binnen de perken te houden. Jelle Reumers beschrijving daarvan leest als een biologische thriller.'