De jongens besluiten er tot die terugreis het beste van te maken. Ze zijn onafscheidelijk. Samen ontdekken ze hun nieuwe omgeving. Ze vinden het best gezellig in het kamp, waar de bewoners één grote familie zijn. Ze spelen, halen kattenkwaad uit en leren Nederlandse leeftijdsgenoten kennen.
Hun ouders vinden het niet zo fijn in Nederland. Maar dat hebben de jongens amper in de gaten. Daar hebben ze geen tijd voor. En trouwens, de ouders tonen hun verdriet liever niet aan hun kinderen.
Maar het duurt wel erg lang voordat ze hun reis kunnen voltooien. Zo lang, dat je haast zou denken dat het er niet meer van komt…