De oorlog na de Groote Oorlog Anti-Duitse repressie in België na WO I Aan het begin van de twintigste eeuw waren de Duitse en Belgische economie sterk verstrengeld. Vele Duitse families en bedrijven waren hier thuis. De Duitsers in België waren volledig ingeburgerd, het waren Belgen als alle anderen. Tot in augustus 1914. Vanaf de eerste dagen van de oorlog kregen vele Belgische Duitsers een dwangbevel van de bezetter om het land te verlaten. De Duitse families die tijdens de Groote Oorlog in België waren gebleven, werden na de oorlog streng gestraft. Ze werden vijanden en hun bezittingen werden verbeurdverklaard. De Belgische staat was onverbiddelijk.
In De oorlog na de Groote Oorlog brengen Monika Triest en Guido Van Poucke voor het eerst het relaas van de harde anti-Duitse repressie in België na de Eerste Wereldoorlog. Wat waren de gevolgen voor de erfgenamen, de verwanten, het personeel van de Duitse bedrijfsleiders en hun families die zich al decennia Belg voelden? En vooral: was dit alles wel rechtvaardig?
Monika Triest (1941) promoveerde in de klassieke filologie. In de jaren 1980 bekleedde zij de eerste leerstoel vrouwenstudies aan de Universiteit van Amsterdam. Zij publiceerde onder meer Het Besloten Hof. De begijnen in de Zuidelijke Nederlanden, Macht, vrouwen en politiek, 1477-1558: Maria van Bourgondië, Margareta van Oostenrijk, Maria van Hongarije en Met de duivel naar bed. Heksen in de Lage Landen.
Guido van Poucke (1946) is drukker en amateur-fotograaf. Samen met Monika Triest publiceerde hij Grote Madammen. Het Sint-Elisabeth-begijnhof in Gent en Sint-Amandsberg. De laatste jaren doen beide auteurs samen archiefonderzoek naar de periode volgend op de Eerste Wereldoorlog in België. In 2013 verscheen hierover Het grote taboe na de grote oorlog. De Belgische staat versus de adellijke familie Arenberg.