Met de figuur van zijn nonkel Jef wil de auteur echter een groep helden van WOII, de “echte” verzetsstrijders van het eerste uur, voor het voetlicht brengen. Zij die de oorlog overleefden -en ondertussen grotendeels overleden zijn- en waarvan de moed en dapperheid dreigen te verdwijnen onder het stof der verge-telheid.
Zijn “Nonk Jef” was zijn grote held. Als kind ging hij minstens éénmaal en vaak tweemaal per jaar met vakantie bij Nonk Jef, die toen als beroepsmilitair (Adjudant-Chef) in Leopoldsburg woonde. Nonk Jef en Tante Ida kwamen bijna iedere zondag-namiddag bij hem thuis in Henis. Het typische motorgeluid van de zwarte Volkswagen kever die de oprit opreed, zal hem altijd bijblijven. De ironie wil dat de VW-kever een Naziproduct was, ontwikkeld op vraag van Hitler…
Dit boek wil een eerbetuiging zijn aan Nonk Jef en hulde bren-gen aan al zijn strijdmakkers.4 976