Binnen deze kaders ligt de nadruk steeds op de Grieks-Romeinse wereld van de periode 1000 v.C. tot 500 n.C. Die periode wordt in vier naar opzet gelijkwaardige delen gesplitst, waarbij telkens de hele antieke wereld de revue passeert. Deze delen zijn: de archaïsche tijd, de klassieke tijd, de hellenistische tijd en de tijd van het Romeinse keizerrijk. Elk deel begint met een overzicht van staten en culturen in heel Eurazië in de betreffende periode.