Naar schatting 315.000 van de 355.000 gemobiliseerde Belgische soldaten overleefden de Eerste Wereldoorlog. Na meer dan vier jaar oorlogsgeweld konden ze eind 1918 eindelijk naar huis terugkeren. De overlevenden brengt het bijzondere politieke verhaal van deze teruggekeerde soldaten en schetst hoe de oorlog hun leven voorgoed veranderde. De oud-strijders zouden immers geen genoegen nemen met een eenvoudige terugkeer naar hun vooroorlogse bestaan. Ze waren ervan overtuigd dat ze vanwege hun oorlogsinspanning erkenning verdienden én dat ze een belangrijke, nieuwe rol te spelen hadden in de Belgische samenleving. Als overlevenden voelden de oud-strijders ook een morele verplichting ten aanzien van hun gevallen kameraden. Van bij hun terugkeer zouden de oud-strijders zich als een bijzonder aanwezige en strijdlustige groep ontpoppen, die het Belgische establishment zowel in de dorps- als in de Wetstraat regelmatig kopzorgen bezorgde. De geschiedenis van hun gevecht tussen beide wereldoorlogen bleef tot nu toe grotendeels ongeschreven.
In dit boek wordt de strijd van de Belgische oud-strijders voor erkenning van hun rechten, sociale rechtvaardigheid en bescherming van hun vaderland weer tot leven gewekt.