Het olifantje Obi is na een akelig avontuur in het grote oerwoud zijn familie kwijtgeraakt. Gelukkig ontmoet hij het aapje Kojo, dat ook alleen is en net als Obi een droevig verhaal te vertellen heeft. Samen redden ze het antiloopje Faisa uit de handen van boze mannen. Met z’n drieën gaan ze op zoek naar een land waar het veilig is en waar ze voor niemand bang hoeven te zijn. Dat land ligt ver weg, aan de overkant van de zee. Om er te komen bouwen de vriendjes een bootje om de grote overtocht te kunnen maken. Maar als ze in dat verre land zijn aangekomen krijgen ze heimwee. Zullen ze hun familie ooit weer terugvinden?