Op 11 februari 1992 bekijkt Patrick Lanigan, partner in het advocatenkantoor Bogan, Rapley, Vitrano, Havarac & Lanigan, met een verrekijker vanuit een boom zijn eigen begrafenis. Enkele dagen daarvoor heeft men zijn onherkenbaar verminkte lijk in zijn uitgebrande wagen aangetroffen. Zes weken later blijkt een bedrag van maar liefst 90 miljoen dollar van een van de cliënten spoorloos verdwenen te zijn. De vermoedens gaan al snel in de richting van Patrick, die misschien toch iets minder dood is dan men aanvankelijk dacht. Vier jaar later wordt hij teruggevonden in een klein stadje in Brazilië. Terug in de VS wacht hem een zeer uitgebreid ontvangstcomitee. Zijn vroegere partners, die niet alleen hun reputatie maar ook een fors fortuin verloren zagen gaan, de benadeelde cliënt, die een fortuin verloor, de politie en de FBI, die willen weten wiens stoffelijke resten nu werkelijk begraven werden, en last but not least zijn 'weduwe' Trudy, die nu door de verzekeringsmaatschappijen gedwongen wordt de royale levensverzekeringsuitkeringen terug te storten. Sommigen krijgen hem graag levend in handen, anderen zien hem liever dood. Maar alles draait om de volgende vragen: is het ontvreemde vermogen nog intact en wat bewoog Patrick destijds tot zijn daden?