Achter de schrijversnaam Angelus Silesius schuilt Johannes Scheffler (1624-1677), geboren in Breslau. Voor deze bloemlezing met vertaalde epigrammen van zijn hand werden teksten gekozen uit zijn wereldberoemde meesterwerk, de Cherubinischer Wandersmann. Oorspronkelijk waren epigrammen inscripties op grafstenen en monumenten. Later gewoon puntdichten, kernachtige en aforistische poëtische teksten met een verrassende pointe.
Piet Thomas, ook bekend als vertaler van de poëzie van Rilke, Hölderlin en andere Duitstalige dichters, heeft voor De pelgrimstocht de geselecteerde disticha in kwatrijnen veranderd, om het subtiele effect van het rijmspel zichtbaarder te maken en zo de paradoxale kracht van Silesius’ verbeeldingsrijke stijl extra te belichten. Bij de keuze van de teksten werd vooral rekening gehouden met de mystieke relevantie, de esthetische kwaliteit en met de vertaalbaarheid in rijmen.
Het essay dat als inleiding fungeert tot De pelgrimstocht is van de pas emeritus geworden professor Peter Nissen, die hoogleraar Spiritualiteitsstudie en Oecumenica was aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Hij gaat uitvoerig in op het leven en het dichterlijke en polemische werk van Silesius, en hij besluit zijn bijdrage met enkele commentaren bij de rijke verbeeldingswereld van de dichter.
Piet Thomas, ook bekend als vertaler van de poëzie van Rilke, Hölderlin en andere Duitstalige dichters, heeft voor De pelgrimstocht de geselecteerde disticha in kwatrijnen veranderd, om het subtiele effect van het rijmspel zichtbaarder te maken en zo de paradoxale kracht van Silesius’ verbeeldingsrijke stijl extra te belichten. Bij de keuze van de teksten werd vooral rekening gehouden met de mystieke relevantie, de esthetische kwaliteit en met de vertaalbaarheid in rijmen.
Het essay dat als inleiding fungeert tot De pelgrimstocht is van de pas emeritus geworden professor Peter Nissen, die hoogleraar Spiritualiteitsstudie en Oecumenica was aan de Radboud Universiteit van Nijmegen. Hij gaat uitvoerig in op het leven en het dichterlijke en polemische werk van Silesius, en hij besluit zijn bijdrage met enkele commentaren bij de rijke verbeeldingswereld van de dichter.