Als hij na de begrafenis van zijn moeder te horen krijgt dat hij voor anderhalf miljoen aan aandelen erft die zijn moeder vijfendertig jaar geleden verwierf rond de periode dat zijn vader uit beeld verdween en zijn broertje aan wiegendood overleed, restte hem maar één weg; op zoek gaan naar de vader die hij nooit gekend heeft. Op het eerste gezicht brengt de zoektocht meer doodlopende wegen en roept meer vragen op dan dat hij oplossingen aanbiedt. Stilaan wordt het onduidelijk of hij op zoek is naar zijn vader of dat die wil dat hij de waarheid vindt? Als hij het verlaten landhuis van zijn vader betreedt beginnen heden en verleden zich te vermengen en is het niet meer duidelijk of de pendule vooruitloopt of ze de tijd terug tikt.