Er was eens een prinsesje die het op een dag niet langer meer kon ophouden. ‘Ik moet kakken, héél erg nodig kakken!’ riep ze uit. Toen haar vader, koning Karel, dit hoorde, zakte hij van schrik met zijn koninklijke billen door de wc-bril. En koningin Caroline zei alleen nog maar: ‘Wat een toestand, wat een toestand.’ Maar dat was nog niet alles. Knoeperds van boeren en knallen van scheten, niets was het prinsesje te dol. En ze vond het ook nog eens heerlijk om de hele dag vieze woordjes als ‘poep’ en ‘pies’, en ‘kak’ en ‘drol’ te zeggen. De koning en de koningin waren ten einde raad en zeiden: ‘We hebben dringend hulp nodig!’ Van een strenge schooljuf tot een gezellige toiletjuffrouw, allemaal hadden ze goede raad voor de koninklijke ouders. Maar echte hulp kwam er uiteindelijk uit onverwachte hoek … Een hilarisch grappig en beeldrijk verhaal over een prinses die het niet kan laten om onbeleefd te zijn. Vol nuttige tips om om te gaan met de vieze woordenfase van kinderen.