Het lastige evenwicht van persoonlijke bewustwording, overheidsinterventies en globale politiek is van alle tijden.
‘Een basisinkomen voor iedereen’, ‘Europa ja, maar wel anders’ en ‘Welvaart zonder welzijn wordt uitvaart’. Het lijken verkiezingsleuzen voor actuele Tweede Kamerverkiezingen. Het zijn echter standpunten die al in de jaren zeventig geagendeerd werden door de Politieke Partij Radikalen (PPR). Deze in 1968 opgerichte christelijk‑radicale partij was een bijzondere speler in de Nederlandse politiek van de jaren zeventig en tachtig. In 1990 ging de partij op in GroenLinks, waarin het gedachtegoed van de PPR nog altijd is terug te zien.
In De Politieke Partij Radikalen, 1968-1990 staan de vier belangrijkste thema’s van de partijprogramma’s van de PPR centraal: ongelijkheid, vrede en veiligheid, participatie en milieu. Aan de hand van deze onderwerpen komt de betekenis van de PPR in beeld. Wat hoopte de partij te bereiken en wat kwam hiervan terecht? Hoe verhield de partij zich tot het parlement enerzijds en tot actievoeren anderzijds? Dit boek maakt duidelijk dat de PPR een unieke partij was die weliswaar begrepen moet worden in de context van haar eigen tijd, maar waarvan de kernthema’s anno 2022 nog niets aan actualiteit ingeboet hebben.