Palermo, 1783. De onderkoning van Sicilië ontvangt een Marokkaans ambassadeur. Als tolk schakelt hij de straatarme monnik Giuseppe Vella in. Vella spreekt maar een heel klein beetje Arabisch. Ondanks enkele gênante vertaalfouten weet hij zich te redden. De Marokkaanse ambassadeur schenkt de onderkoning een antieke codex, ‘De protocollen van Egypte’ getiteld, uit de tijd van de Arabische heerschappij in het zuiden van Europa. Vella krijgt de opdracht de codex te vertalen. Hij wordt gegrepen door een plan: als hij de codex op een dusdanige manier vertaalt dat de inhoud de onderkoning bevalt, is zijn broodje gebakken.
Zo begint een oefening op het slappe koord. Terwijl om hem heen de achterdocht én de jaloezie toenemen, verzint Vella zijn eigen versie van het Arabisch om het bedrog beter te verbergen. De protocollen van Egypte is een historische detectiveroman, een politieke fabel, een hilarisch verhaal van gekonkel en achterklap, een verre-van-episch gevecht tussen gevestigde belangen en de krachten van verandering die zich snel zullen laten voelen, in de vorm van de Franse Revolutie.