Dagelijks proberen duizenden mensen Europa te bereiken, op zoek naar het geluk. De afgelopen jaren probeerde een ongekende stroom vluchtelingen via Italië de weg naar het noorden te vinden. Alleen al in 2014 waagden meer dan 160.000 mensen de oversteek, en de verwachting is dat het er nog meer zullen worden. Het gaat vanuit het Midden-Oosten, Libië of andere delen van Afrika in bootjes, op rubber vlotten, of volgepakt op 'wegwerp' vrachtschepen. Per uur worden twintig mensen uit de Middellandse Zee gevist, maar velen halen het ook niet. Gemiddeld iedere drie uur verdrinkt een vluchteling. Voor degenen die het wel redden, begint een moeizame reis door de Italiaanse laars naar het noorden, naar de rijke landen van de Europese Unie. In De race naar het noorden reist journalist Rop Zoutberg met de immigranten mee. Hij tekent de verhalen op van de mensen die hun land verlieten, maar ook van de mensen die ze tegenkomen: het echtpaar dat een boot koopt om vluchtelingen uit zee te vissen, de priester uit Calabrië die zijn kerk voor ze openstelt en vele anderen. Het boek voert de lezer mee op een reis die begint op het rotseiland Lampedusa en eindigt ten noorden van Milaan, aan de Italiaanse grens. De wereld daartussen is er een van hoop en uitbuiting. Zoutberg beschrijft de overlevingstocht van de vluchtelingen van binnenuit. Een conclusie lijkt al snel getrokken: alleen wie geld heeft, maakt kans de race naar het noorden te winnen.