Nog altijd is er geen spoor te bekennen van Sieps vader.
Vreemde voorvallen in het leven van de jongen laten hem steeds meer geloven dat het oude verhaal dat hij heeft gevonden voortwoekert in onze tijd. Wat heeft deze vertelling toch te maken met de verdwijning van zijn vader?
De jongen leest verder en maakt kennis met een volwassen Clem van Ghenderen. De leenheer van Genoppe krijgt bezoek van hertog Jan IV en Jacoba van Beieren. Het verblijf van de landvorst op Genoppe brengt veel spanningen met zich mee.
Jutte, de vrouw van Clem, put hoop uit een andere bezwering in de Magicon. Kan deze riddel wel een einde maken aan de Ramaika? Of wordt de vloek weer doorgegeven aan de volgende Van Ghenderen en sleept deze nachtmare voort?