‘Die geur van natte kalk, die je kunt proeven op de achterkant van je tong, zul je nog vaak ruiken. Je zult nog zeker negen keer verhuizen. Alles wat je op dit moment bezit, zul je verliezen. Alles wat waardevol lijkt, zal verdwijnen. Sommige dingen zul je gaandeweg uit het oog verliezen, andere zul je heel bewust verpatsen om eten of sigaretten te kopen, nog andere zul je verbranden, weggeven, achterlaten. Je wil roepen maar dat gaat niet omdat er een hand om je keel zit.’
In zijn roman De randen toont scenarist en theatermaker Angelo Tijssens ons een kind dat wordt getekend door angst, een adolescent die zijn driften ontdekt en een man die geen liefde meer durft te vragen. In bezwerend proza laat Tijssens een heden zien dat wordt beheerst door een verleden. Daarmee schreef hij een overweldigend en ijzingwekkend debuut.