Een jeugdliefde en een jeugdvriend van A.F.Th. van der Heijden stierven betrekkelijk kort na elkaar. De twee moesten elkaar goed gekend hebben, maar in zijn herinnering zag de schrijver ze nergens samen. En waarom zijn zij overleden en bleef hij in leven? In gedachten weet hij tenslotte het voorval op te roepen dat hen alledrie samenbrengt en dat vol voorspellende betekenis zit en voor de schrijver tot een symbool van de dood wordt in de terugblik.
Asbestemming
Op 15 juni 1993 overleed A.F.Th. van der Heijdens vader. Asbestemming is een ontluisterend en tegelijk po?tisch verslag van zijn leven en zijn sterven. Ondanks de ingehouden woede, het verdriet en het ervaren onbegrip komt de schrijver uit bij een conclusie die hij zich met pijnlijke zelfoverreding lijkt te hebben moeten afdwingen.
Uitdorsten
In het warme voorjaar van 1998 uit mevrouw Van der Heijden, nauwelijks verstaanbaar als gevolg van de ziekte van Parkinson, de klacht dat ze haar in het verpleeghuis aan het 'uitdorsten' zijn. (Ze bedoelt actieve dehydratie, het doen uitdrogen van ten dode opgeschreven pati?nten.) Het is het eerste symptoom van haar sterfbed, dat nog ruim een halfjaar zal duren. De verspreking (uithongeren, uitdorren, dorsten naar) vormt voor A.F.Th. van der Heijden het uitgangspunt voor een klein intiem requiem dat hij zijn moeder kort na haar dood bereidt. Het wordt hier voor het eerst gepubliceerd.