‘Jij?’ Haar vader barstte in lachen uit.
Als ook haar zesde, haar lievelingsbroer, het huis uit gaat om de andere vijf te zoeken en ridder te worden, wil Jorinde maar één ding: op haar paard springen en met hem mee de wijde wereld in. Maar een meisje kan geen ridder worden. Zij moet veilig op slot Rosande blijven tot ze gaat trouwen.
Jorinde wil niet trouwen. Haar broers zijn in gevaar en zij gaat ze helpen. In de nacht sluipt ze uit bed, zadelt haar paard en galoppeert haar broers achterna. Haar reis is er een vol gevaren. Hoeveel is haar zoektocht waard? Haar stem, haar leven misschien zelfs?