De Rode Ruiterij is een cyclus van 35 korte zowel realistische als impressionistische verhalen over de Sovjetcampagne tegen Polen in 1920. Het zijn observaties van een joods intellectueel te midden van zijn antipoden, de rode kozakken; ze geven botsingen weer tussen oude tradities, geestelijke verfijning en de wereld van het primitieve geweld. De wreedheid, die zeer lakoniek en beheerst beschreven wordt, is hier de dagelijkse handeling van alledaagse mensen.