David Hudson is een gevierd predikant. Zijn pakkende preken trekken grote menigten mensen naar de kerk. Stephen Decker is architect en lid van Davids gemeente. Beide mannen hebben dezelfde droom: een kerk te bouwen tot eer van God. Wanneer hun kerk bij legaat een stuk land krijgt, lijkt deze droom verwezenlijkt te kunnen worden. De kerkenraad besluit het land te verkopen, aangezien het in een minder aantrekkelijke buurt ligt. Met de opbrengt wordt een ander perceel in een rijker buitenwijk gekocht, waar een nieuwe kerk moet verrijzen. Een spreker als David verdient immers een groot gebouw.
Ondertussen bezoeken steeds meer mensen de diensten, aangetrokken door de krachtige preken van David en de professionele muziek. Het geld stroomt binnen; de bouwplannen worden voortdurend uitgebreid. Daardoor verandert echter ook de gerichtheid van de gemeente. Niets Gods eer, maar bezoekersaantallen en succes komen centraal te staan.