In ‘De rook die dondert’ van Namwali Serpell wordt Agnes, de witte, blinde dochter van een Britse parlementariër, verliefd op een zwarte ingenieur en gaat er met hem vandoor naar Zambia, dat op het punt staat onafhankelijk te worden. Sibilla, die als buitenechtelijk kind opgroeit in een gehucht in Italië, en die van top tot teen bedekt is met haar, vlucht met haar geliefde naar Zambia om een nieuw leven op te bouwen. Matha, een in Zambia geboren wiskundig genie, wordt geplaagd door een – letterlijk – eindeloze tranenvloed nadat een ongewenste zwangerschap haar heeft gedwongen een veelbelovende carrière in de wetenschap op te geven. In de daaropvolgende decennia worden de kinderen en kleinkinderen van deze vrouwen steeds dichter naar elkaar toe gedreven, en hun persoonlijke lot raakt onlosmakelijk verbonden met het lot van een hele natie.