Het verhaal begint in oktober 1944 en introduceert vier mannen: Stanley Mott, een in Engeland verblijvend Amerikaans geleerde met een geheime opdracht; Norman Grant, een zeeheld in de Zeeslag van de Golf van Leyte; John Pope, rugby-ster en student in de sterrenkunde aan een Amerikaanse hogeschool; en Dieter Kolff, raketspecialist en medewerker van Wernher von Braun. Deze vier, die van cruciaal belang zijn voor het ruimtevaartprogramma, en hun vrouwen, zijn de hoofdrolvertolkers in de lange reeks van medespelers.
Het verhaal wordt levendig, dramatisch en helder verteld: de ingewikkelde proefnemingen, uitvindingen en planning van de wetenschapsmensen en technici, en hun discussies over middelen en doelstellingen; hun speculaties over toekomstige verrichtingen in de ruimte en over mogelijke levensvormen in andere melkwegstelsels; de persoonlijke naijver; de politieke manipulaties in Washington; de selectie en training van de ruimtevaarders; de met de vluchten en landingen verbonden opwinding en spanning; de confrontaties met de openbare meningen en met de media.
De ruimte is een meeslepend verhaal, grotendeels fictie, maar stevig verankerd in feitenmateriaal.