De torens van het World Trade Center smeulden nog na toen George W. Bush in september 2001 met een nieuwe kruistocht dreigde om de agressie van het islam-fundamentalisme te counteren. Zelden heeft een Amerikaanse president een ongelukkig gekozen term zo snel weer moeten inslikken. Bij het horen van het woord 'kruistocht' komen de haren van zelfs de meest gematigde moslims nog steeds overeind. Dezelfde kruisvaarders die in westerse schoolboeken als helden worden geroemd, worden aan de andere kant van de Middellandse Zee alleen maar als moordzuchtige en plunderende indringers gezien. Wat hier muffe geschiedenis is, ligt in het Midden-Oosten nog vers in ieders geheugen. Jan Leyers ondervond het aan den lijve. Voor rekening van Canvas trok hij gedurende elf weken in de sporen van Godfried van Bouillon naar Jeruzalem. Op de motor volgde Leyers de route van de eerste kruistocht en ging op zoek naar de sporen van de kruisvaarders. Het is geen plezierreis geworden. Jan Leyers luisterde naar de mensen onderweg en ontdekte dat we nog steeds en meer dan we beseffen in de schaduw van het kruis leven. Dat de conflicten tussen Serviërs en Kroaten, Turken en Grieken, Israëliës en Palestijnen de bloedige erfenis zijn van een doldriest avontuur dat zich bijna duizend jaar geleden afspeelde. De schaduw van het kruis is geen geschiedenisboek. Het is een reisverslag dat zich laat lezen als een filosofische roadmovie waarin Jan Leyers zich tussen Turkse worstelaars en Hongaarse paddestoelenvrouwtjes, tussen landmijnen en Hezbollah-militanten overeind probeert te houden om zich alsnog een weg te banen naar het doel aan de einder: Jeruzalem!