De scharrelaar verschijnt twee keer per jaar, in de lente en in de herfst, en zal alleen in losse verkoop beschikbaar zijn. In het lentenummer onder meer een college natuurschrijven door Jean-Pierre Geelen
en Koos van Zomeren, Marja Vuijsje over vogels in de Perzische literatuur, André De Baerdemaeker over moordende huiskatten, Saskia van Loenen over scharrelaars, Ernst Jansz over zijn liefde voor vogels en Alexander Reeuwijk over een antieke vogelprent van, hoe kan het anders, een scharrelaar.