Het dorp van een jonge botenbouwer wordt geplunderd door de Vikingen en hij vlucht met zijn familie naar een ander dorp om daar een nieuw leven op te bouwen. Een Normandische edelvrouw volgt haar geliefde echtgenoot naar Engeland, maar realiseert zich al snel dat de gewoonten in haar nieuwe land heel anders zijn dan ze gewend is, en dat iedereen op brute wijze vecht om de macht. Een jonge monnik droomt ervan zijn bescheiden abdij ooit tot een roemrijk centrum van kennis en geleerdheid te verheffen.
Alle drie raken ze tegen hun wil betrokken bij de machinaties van een bisschop die meedogenloos streeft naar macht en rijkdom, en niets geeft om de levens van de gewone mensen.