Ooit ontdekte de eenvoudige schrijvenaar Randoer het drakenschubextract dat, gebruikt als inkt, in staat bleek de werkelijkheid te veranderen. Randoer werd een groot tovenaar, en zijn geheim droeg hij over aan het gilde van schrijvenaars, die het eeuwenlang streng bewaakten. Elk handhaaft – of wijzigt – de werkelijkheid door middel van zijn eigen machtige schrijvenaarsboek, waarbij grote en blijvende verschrijvingen alleen kunnen worden uitgevoerd als ze in alle zeven boeken tegelijk worden genoteerd. Maar op een dag komt het bericht dat de bron van het extract is uitgeput, en dan breekt er een conflict uit dat het schrijvenaarsgilde in heftige beroering brengt. Zaranthe van Thyll, afgezonderd levend schrijvenaar, lid van het gilde van zeven, en meester-magiër, haalt zich de woede van zijn confraters op de hals omdat hij zich zo eigenzinnig gedraagt: hij wenst Randoers gebod van matiging in stand te houden en weigert de bron weer vol te schrijven. Door listen en lagen bestookt ziet Zaranthe zich gedwongen op zoek te gaan naar het ene magische schrijvenaarsboek dat alle andere overtreft en machteloos maakt. Er is wel haast geboden. Het gilde wil nu proberen Zaranthe met boek en al weg te schrijven. Ze krijgen meer en meer greep op zijn werkelijkheid. De magische kring sluit zich… Geholpen door de heks Yaraia vecht Zaranthe terug. Hij denkt slimmer te zijn dan het gilde. Maar zullen de gebeurtenissen hem gelijk geven?