Hoe verhouden het alleenstaand moederschap en het schrijverschap
zich tot elkaar; het onzichtbare en het zichtbare, het
ongeziene en het openbare? In hoeverre is de schrijver zelf een
alleenstaande moeder – geheel en al verantwoordelijk voor zijn
eigen schepping, en in welke hoedanigheden vertoont de schrijfster
zich die alleenstaande moeder is? Hagar Peeters stelt deze
vragen aan de orde in haar nieuwe dichtbundel.
Een bezoekster die kijkt met haar autistische zoon naar een
portret door Memling, de tragische dichteressen Sylvia Plath en
Ingrid Jonker, de Zomernacht die hallucinant op de schepping
neerziet en zelf het heelal bestiert, ‘en daarin soms fataal is / en
buiten haar boekje gaat / maar nooit uit kwade wil / altijd uit
haar onmatigheid’, en de dochter die vierentwintig jaar lang
door haar eigen vader werd opgesloten in een Weense kelder
vormen enkele van de personages in De schrijver is een alleenstaande
moeder.
In perfect ritme is hiertussen het andere werk gevlochten. In
deze rijke bundel opent Hagar Peeters op onovertroffen wijze
de vele registers die zij tot haar beschikking heeft.
zich tot elkaar; het onzichtbare en het zichtbare, het
ongeziene en het openbare? In hoeverre is de schrijver zelf een
alleenstaande moeder – geheel en al verantwoordelijk voor zijn
eigen schepping, en in welke hoedanigheden vertoont de schrijfster
zich die alleenstaande moeder is? Hagar Peeters stelt deze
vragen aan de orde in haar nieuwe dichtbundel.
Een bezoekster die kijkt met haar autistische zoon naar een
portret door Memling, de tragische dichteressen Sylvia Plath en
Ingrid Jonker, de Zomernacht die hallucinant op de schepping
neerziet en zelf het heelal bestiert, ‘en daarin soms fataal is / en
buiten haar boekje gaat / maar nooit uit kwade wil / altijd uit
haar onmatigheid’, en de dochter die vierentwintig jaar lang
door haar eigen vader werd opgesloten in een Weense kelder
vormen enkele van de personages in De schrijver is een alleenstaande
moeder.
In perfect ritme is hiertussen het andere werk gevlochten. In
deze rijke bundel opent Hagar Peeters op onovertroffen wijze
de vele registers die zij tot haar beschikking heeft.