'De schuilplek' is de laatste brief van een man aan zijn vrouw. En ook het claustrofobische verhaal van een onschuldig mens, door politieke omstandigheden gedoemd tot waanzin en nostalgie.
EGON HOSTOVSKÝ (Hronov, Tsjechië, 1908 – Montclair, V.S., 1973) debuteerde eind jaren twintig en werd door de critici onthaald als een groot talent. In 1936 ontving hij de Tsjechoslowaakse Staatsprijs voor de Literatuur, maar drie jaar later werd zijn leven en werk voorgoed getekend door ontheemding en ballingschap: Hostovský was Joods en moest vluchten voor de nazi’s. Na de oorlog werden zijn boeken in het communistische Tsjechoslowakije verboden. Uiteindelijk vestigde de schrijver zich blijvend in de Verenigde Staten.
Egon Hostovský was een bloedverwant van Stefan Zweig en bevriend met Graham Greene, die zijn werk bewonderde. Tegenwoordig geldt Hostovský als een van de meest prominente Midden-Europese schrijvers van de twintigste eeuw