Lezen is ontsluiten. Wie de sleutel niet heeft, staat voor een gesloten boek. Om poëzie te ontcijferen heb je zelfs een dubbele sleutel nodig. De eerste sleutel is die van de intertekstualiteit: een gedicht wordt duidelijk tegen de achtergrond van de traditie. De tweede sleutel is die van de poëtica, want een raadselachtig gedicht is pas te begrijpen door de regels van de poëtische formulering. Gewapend met deze twee sleutels leest Paul Claes in De sleutel 25 gedichten uit Noord en Zuid opnieuw en kan hij essentiële raadsels oplossen in beroemde gedichten als het 'Egidiuslied' van Jan Moritoen, 'Een sneeuw ligt in de morgen vroeg' van J.H. Leopold, 'Vera Janacopoulos' van Jan Engelman, 'De moeder de vrouw' van Martinus Nijhoff, 'Februarizon' van Paul Rodenko en 'De ingewijde' van Hugo Claus. De sleutel opent zo een verbluffend nieuw perspectief op de Nederlandstalige poëzie.