Deze roman speelt in het Den Haag van de jaren zestig, waarin de opstandige jeugd middels een ver doorgevoerd nihilisme de macht van de oudere generatie probeert te breken. Het concert van de Rolling Stones vormt daarvan de tumultueuze ouverture. De jongen kiest voor het schrijverschap na enkele baantjes in de horeca. Door een niet te stuiten leeshonger en door de bokssport weet hij zich door alle miserie heen overeind te houden.