In 1965 ontving Michail Sjolochow de Nobelprijs voor literatuur voor zijn gehele oeuvre, waarvan De stille Don het hoofdwerk is. In dit epos verhaalt Sjolochow over het leven van de boeren en kozakken in het gebeid van de Don-rivier. De gebeurtenissen, gegroepeerd rond de onstuimige Grigorij Meljechow, spelen zich af aan het begin van de twintigste eeuw.