In 2018 is het tweehonderd jaar geleden dat de eerste Kolonie van Weldadigheid werd opgericht, met een ambitieus plan dat z’n gelijke niet kende: door middel van landbouw ‘den toestand der armen en lagere volksklassen verbeteren’ en ze verheffen tot beschaafde burgers. Hoe ging dat verzedelijken en beschaven in z’n werk? En werden deze mensen, kolonisten genoemd, er ‘betere mensen’ van? Al snel ontstond de behoefte aan een plek waar onzedige, onwillige kolonisten konden worden afgescheiden van de rest. Hiervoor werd een ‘strafkolonie’ ingericht, in eerste instantie op de Ommerschans en later, vanwege ruimtegebrek, ook in Veenhuizen. Wil Schackmann verwerkt de lotgevallen van ‘bannelingen’, inwoners en opzichters tot een levendige geschiedenis over een toegepast maakbaarheidsideaal.