In 1488 deden Brugse opstandelingen het ondenkbare. Met steun van Gent sloten ze de kroonprins van het Habsburgse Keizerrijk (Rooms-koning Maximiliaan van Oostenrijk) op in de stad. Dit boek bestudeert de voorgeschiedenis van dit bekende conflict. Het brengt de motivaties van de opstandelingen aan het licht, gaat in op de factiestrijd die toen in Vlaanderen woedde, en belicht het geweld in Gent, Brugge en Ieper. Toch blijken de opstandelingen geen bruten, maar zelfbewuste burgers die verontwaardigd de wapens opnamen tegen een volgens hen onbekwame regent. Want Maximiliaan oefende enkel het regentschap uit over zijn zoon, graaf Filips de Schone. De strijd om het regentschap zou de inzet zijn van een jarenlang conflict in Vlaanderen, de zogenaamde ‘Vlaamse Opstand’, die bijna in een burgeroorlog uitmondde. Uiteindelijk zou Maximiliaan het pleit winnen, maar het blijft de vraag of de Habsburgse dynastie het politieke verzet echt heeft kleingekregen. Dit boek stelt bijgevolg de klassieke visie op de ‘Vlaamse Opstand’ grondig bij.
Jelle Haemers (1980) doceert politieke geschiedenis van de middeleeuwen aan de KU Leuven. Zijn publicaties focussen voornamelijk op de stadgeschiedenis van de Lage Landen en op sociale conflicten van de dertiende tot de zestiende eeuw. Hij is lid van de Jonge Academie van België.