Willemsen heeft door de jaren heen een groot aantal boeiende essays en artikelen geschreven. Vooral gegrepen door het werk van Euclides da Cunha, ging Willemsen Portugees studeren. De kennis van de Portugese taal werd voor hem in heel letterlijke zin een bril die zicht gaf op een onbekende werkelijkheid. Dat was een even onthullende als verblindende ervaring voor hem.
In "De taal als bril" heeft Willemsen zijn oogst van tien jaar bijeengebracht. We treffen er stukken over Pessoa in aan maar ook essays over Rosa, Anrade, Dalton Trevisan, Graciliano Ramos, Vargas Llosa, over het vertalen natuurlijk, over het volmaakte gedicht, over plagiaat en over Octavio Paz en Pablo Neruda. De in briljante stijl geschreven bundel wordt afgesloten met een stuk over de voetballer Garrincha.