De Tol van de Muze vertelt de belevenissen van een gedesillusioneerd schrijver die het aanbod krijgt om een cursus Creatief Schrijven te geven aan een groep universiteitsstudenten. Al na de eerste les komt hij tot de verbijsterende vaststelling dat een van de vrouwelijke deelnemers verhalen schrijft waarin hijzelf het hoofdpersonage is.
Wat aanvankelijk een grap lijkt, groeit uit tot een nachtmerrie. Want het privéleven van de schrijver krijgt hoofdstuk na hoofdstuk zijn weerslag in de teksten van de anonieme vertelster. Via allerlei schrijfopdrachten probeert hij achter de identiteit van de studente te komen. Wie is zij? Hoe is ze zoveel over hem te weten gekomen? En vooral: wat wil ze van hem?
De tol van de muze confronteert de lezer met een wirwar aan vertelstandpunten en personages. Want ook de protagonist is op zijn beurt weer een personage in een andere laag van de plot. Het resultaat is een allegorisch verhaal over het schrijven zelf: over het intrigerende hoe en het eeuwige waarom.
Met deze roman biedt Jo Claes een blik achter de schermen. Hoe ontstaat een verhaal? Welke elementen ontleent een schrijver aan de realiteit? Wat is pure fantasie en op welke manier beïnvloeden die twee elkaar? En dat alles onder de vorm van een meeslepende pageturner: grappig en tegelijkertijd ernstig, mysterieus en spannend tot op het eind.