Dresden, 1982 tot 1989. Laverend tussen aanpassing en verzet beleven de bewoners van een burgerlijke villawijk de laatste jaren van de DDR. Uwe Tellkamp ontvouwt een monumentaal panorama van een tot ondergang gedoemde maatschappij, in een epische roman van Buddenbrooks-achtig formaat. Het is de langverwachte grote Wende-roman.
Twintig jaar geleden kwam met de val van de Muur een onverwacht snel einde aan de Duitse Democratische Republiek. In de alom bejubelde roman De Toren brengt Uwe Tellkamp de DDR, en haar ondergang, op ongekende manier tot leven. Hij neemt ons mee op een episch avontuur waarin we kennis maken met de bewoners van een oude, vervallen villawijk in Dresden, tijdens de laatste zeven jaar van de dictatuur. Zij behoren tot een groep waarvoor eigenlijk geen plaats was in het socialisme: de burgerlijke intellectuelen.
Een van hen is Christian Hoffman, die medicijnen wil studeren maar eerst tegen zijn zin drie jaar lang het leger in moet. Zijn vader Richard, een vooraanstaand chirurg, maakt zich door een buitenechtelijke relatie chantabel voor de Stasi. Richards zwager Meno Rohde werkt als redacteur voor een uitgeverij, waar hij gedwongen is censuur te plegen. Alle personages laveren tussen aanpassing en verzet in een zieke maatschappij, tot deze met de geweldloze revolutie van 1989 bezwijkt.
Nooit eerder kreeg de lezer zo n waarachtige indruk van de geuren en kleuren, spreek- en denkwijzen in de laatste jaren van de DDR. De Toren wordt beschouwd als dé langverwachte roman over de Wende en werd bekroond met de prestigieuze Deutscher Buchpreis.