In deze dichtbundel van C.O. Jellema is een ode aan `De toren van Snelson opgenomen, die niet voor niets zijn titel meegeeft aan het hele boek: niet alleen elk afzonderlijk gedicht, ook het kaartenhuis dat een zorgvuldig gecomponeerde bundel is, is immers een bouwsel waarvan de lezer wel ziet dat het blijft staan, dat het stevig is en dat het de zwaartekracht aan zich heeft onderworpen, maar waarvan hij niet begrijpt hoe bij lezing van C.O. Jellema zal het hem tenminste zeker zo vergaan.