De Romeinse burgeroorlog is beëindigd. Pompeius is dood, Egypte wordt strak geregeerd door Cleopatra en voor het eerst in jaren is Julius Caesar terug in Rome. Hij is aangewezen door de Senaat als dictator, maar het gonst van de geruchten dat Caesar tot koning wil worden benoemd en dat nog niet al zijn tegenstanders zijn gedood.
Calpurnia, Caesars vrouw, heeft verontrustende, voorspellende dromen en vreest voor een samenzwering tegen Caesar. Ze heeft iemand ingehuurd om de geruchten te onderzoeken, maar die man wordt vermoord teruggevonden op haar stoep. En Caesar staat de komende dagen meer dan ooit bloot aan gevaar tijdens zijn triomftochten door de stad. Ze roept de hulp in van Gordianus de Vinder. Gordianus was een goede vriend van de vermoorde man en alleen daarom stemt hij in Calpurnia te helpen. Maar als het onderzoek eenmaal is begonnen heeft hij geen controle meer op wat er wordt gevonden, wie erdoor in gevaar komt en waar het eindigt?