De periode die veelal aangeduid wordt als de belle époque gaf technologische vooruitgang en materiële voorspoed te zien, maar het was ook een rusteloze tijd van grote culturele veranderingen, sociale mobiliteit en toenemende politieke spanningen, die bijvoorbeeld aan de oppervlakte kwamen in de Dreyfusaffaire.
Boeiend en inzichtelijk legt Tuchman de interne tegenstellingen van de westerse samenleving bloot door middel van portretten van onder meer de Britse aristocratie, de anarchisten en het Duitse cultuurklimaat, en invloedrijke personen als keizer Wilhelm II, de staatsman Theodore Roosevelt, de componist Richard Strauss en de auteur Émile Zola.