Kenia, 1953. Vikram Lall groeit op in een onzekere wereld van oplaaiend geweld. Het Britse koloniale bewind wordt betwist door de Mau Mau-guerrilla. De strijd om onafhankelijkheid verscheurt de bevolking. Vikrams speelkameraden de zwarte Njoroge en de Engelse Bill en Annie worden ongewild elkaars tegenstanders; zijn Indiase afkomst plaatst Vikram in een tussenpositie in dit conflict. Als Kenia uiteindelijk onafhankelijk wordt, breekt een tijd van ongekend optimisme aan. Maar in de jaren zeventig en tachtig doen corruptie, angst en repressie hun intrede. Ook Vikram valt voor de verleiding van geld en macht, terwijl zijn vriend Njoroge trouw blijft aan het idealisme van zijn jeugd. Het cynisme van Vic noch het idealisme van Njoroge is bestand tegen de tragedies die hen wachten. Jaren later, in ballingschap in Canada, kijkt Vikram terug op de historische gebeurtenissen die zijn leven hebben gevormd en zijn keuzes hebben bepaald. Hij vertelt zijn onvergetelijke verhaal.