In De twaalfde man krijgt de vierentwintigjarige rechtenstudent Heleen Akkerslag tijdens haar onderzoeksstage bij de Arnhemse recherche meteen haar vuurdoop: uit de Waal worden twee lichamen opgedregd. De schok is groot als ze haar eigen hoogleraar, de bekende criminoloog Karle Bosselaar, en haar medestudente Fatima Ansloo herkent. Haar begeleider rechercheur Manzo Gorzak (43) vermoedt zelfmoord en wil het dossier snel afsluiten. Nederland is namelijk in de ban van het WK Voetbal. Dagelijks reizen tienduizende binnen- en buitenlandse supporters naar de stadions in Duitsland. De Nederlandse politiediensten beschikken over aanwijzingen dat er een terroristische aanslag op het supportersvervoer dreigt, maar besluiten dit niet publiek te maken. Als echter blijkt dat Bosselaar en Fatima zijn vermoord, starten Manzo en Heleen hun eigen onderzoek. Ze ontdekken dat Bosselaar op het punt stond uiterst vertrouwelijk materiaal over terrorismedreiging en -bestrijding te publiceren. En ze ontdekken ook dat Karle en Fatima een cel op het spoor waren gekomen die zich voorbereidde op een terroristische actie.